TRAINING MET DE ALLERKLEINSTE

8 december 2020 - Châu Thành, Vietnam

Training met de allerkleinste 

Vietnam December 2020

Ik kreeg een verzoek of ik iets kon schrijven over training met hele jonge kinderen aan de hand van een video die ik ook op deze site heb staan (bekijk de video's link), er is niet veel te vinden op het internet en BNL heeft het te druk met "lucht Badminton" Dus heb ik een stukje geschreven over training met kinderen vanaf 4 jaar met 24 oefeningen die je kunt gebruiken voor deze groep er zijn er nog veel meer maar het artikel is al behoorlijk lang geworden dus dat word iets voor een tweede stukje, ik hoop dat ik hiermee meerdere club's heb kunnen helpen veel lees plezier.

Ron Daniëls

Elite Coach
 

In Denemarken hebben we training gedaan met kinderen vanaf 4 jaar, dat was de regel Maar regels zijn er om vanaf te wijken, dus we hadden ook wel kinderen die jonger waren.

We hebben een heleboel oefeningen bedacht, waarvan wij dachten dat ze relevant waren voor deze kinderen, sommige hadden niets met badminton te maken maar was het gewoon goed voor hun motoriek. Op deze leeftijd is het heel eenvoudig om de verschillende hersendelen te laten samenwerken, als dat niet wordt gestimuleerd dan gaan de verbindingen tussen deze delen verloren en zijn moeilijk of niet te herstellen op latere leeftijd. Badminton is een sport waar je veel verschillende dingen tegelijk moet doen: slagen; techniek; voetenwerk; tactiek; ruimtelijke oriëntatie enz.  Dus moet je met jonge kinderen beginnen met dit soort training. Voor mij is er geen vastgestelde leeftijd, je kunt beginnen als het kind belangstelling heeft en die belangstelling kan je met leuke training opwekken (of door saaie training afbreken). Vaak hoor ik het argument dat als je zo jong begint gaan de kinderen, als ze tussen de 8 en 12 zijn, een andere sport doen. Maar onthoudt, dat alles wat je ze op die leeftijd hebt aangeleerd, staat op de harde schijf en gaat niet meer verloren (zoals fietsen). Dus je verliest veel meer spelers en talent door laat te beginnen en laat noem ik tussen de 6 en 8 jaar.

Een van de belangrijkste dingen die we hebben ontwikkeld is, dat we heel zachtjes praten tijdens de les, kinderen zijn op die leeftijd heel luidruchtig van nature proberen ze de andere te overstemmen en dan krijg je schreeuwen. Als jij als docent dan ook gaat schreeuwen, dan doe je mee aan het in standhouden van de gewoonte. Het werkt veel beter als je met een paar kinderen op de grond gaat zitten en met hen gaat fluisteren, dat prikkelt namelijk een ander element dat kleine kinderen hebben; nieuwsgierigheid. Je zult zien dat alle kinderen binnen de kortste keren rondom je heen zitten en zelfs tegen elkaar gaan zeggen om stil te zijn. Je vertelt dan 1 of 2 vaste regels om de les eenvoudiger te maken, want bij elke oefening verspreiden de kinderen zich weer door de hal en dan is het lastig om ze weer bij elkaar te krijgen. Dus je vertelt, dat als je hardop begint te tellen tot 3, dat ze dan allemaal bij 3 rondom je moeten staan. En als ze een racket in hun hand hebben, dat ze die op de grond moeten laten vallen als je 1 zegt. Hiermee kan je de groep weer snel verspreiden als je met de volgende oefening gaat beginnen, want ze moeten weer terug naar hun racket en je voorkomt dat kinderen tijdens het praten met hun racket staan te spelen en hun aandacht niet bij de uitleg hebben.

Oefeningen zonder racket

Leer ze de badmintonbaan: Laat de kinderen over de juiste strepen lopen van de badmintonbaan, zodat ze herkennen welke kleur strepen de badmintonbaan is. In het begin kan je alle kinderen gewoon achter elkaar laten lopen over de strepen, als het voorste kind over een verkeerde streep gaat lopen komt de volgende vooroplopen enz.

Tikkertje spelen door over de strepen te lopen: Je maakt kleinere groepjes van 3 of 4 en laat ze weer over de strepen lopen/rennen terwijl ze tikkertje spelen.

Vangertje op de strepen: geef een kind de opdracht vanger te zijn, terwijl de andere over de strepen rennen. Als je gevangen wordt, dan ga je naast de baan zitten totdat er geen kinderen meer over zijn om te vangen.

Speed Ladder: de speed ladder is een leuke manier kinderen het beginsel van het voetenwerk aan te leren, zoals de split step. Start met twee voeten in het eerste vakje van de speed ladder en laat ze dan buiten de speed ladder springen van het tweede vak en bij het derde vak weer naar binnen. Doe het zowel voor-als achteruit. Je kunt de kinderen met een hele groep achter elkaar zetten, eenmaal aan het eind rennen ze weer naar het begin. Met de speed ladder is alleen je eigen fantasie de beperking van verschillende oefeningen die je er mee kan doen. Als je geen speed ladder hebt, kan je ook de rails van de badmintonbaan gebruiken, het is niet zo makkelijk als de speedladder, maar het kan wel.

Balance oefening: Neem een dik stuk touw (3 tot 5 cm dik) en leg dat op de grond, laat de kinderen op het touw lopen zonder dat ze er af vallen. Je kunt het touw in een rechte lijn leggen, maar je kunt ook lussen maken zodat ze elkaar moeten kruisen bij het oversteken.

Gebruik het touw ook om voor- en achteruit te leren springen over het touw zonder het touw te raken. Ook hier moet je gewoon je fantasie gebruiken voor nieuwe oefeningen

Shuttle pikken: Geef elk kind een shuttle en laat ze die met de dop achter in hun sportbroekje zetten, enkel de dop zit dus vast in het elastiek, de veren of het plastic is zichtbaar. Laat de kinderen binnen de lijnen van een badmintonbaan vrij rondrennen en shuttles afpakken bij elkaar.

Hardlopen met gebruik van badmintonbanen: Als de kinderen over de lijnen hebben gelopen en weten wat een badmintonbaan is, dan kan je ze leren waar baan 1 stopt en waar baan 2, 3, 4 en 5 beginnen. Alle kinderen liggen op hun rug met de voeten op de zijlijn van baan 1, je roept een nummer van een van de banen en dan moeten ze zo snel mogelijk opstaan en naar die baan rennen en weer terugkomen en gaan liggen. Als de kinderen nog geen cijfers kunnen, dan kan je dit oplossen door: verschillende kleuren gebruiken, pionnen, kegels, gekleurde schuiven of gewoon verschillende handdoeken op de grond leggen of over het net hangen

Vangertje over de badmintonbaan: zet de kinderen samen 2 bij 2, zet de ene op de buitenste zijlijn en de ander op de middenlijn. Als je start zegt moet de zijlijn het middenlijn kind vangen. Op start rennen ze alle twee weg tot bijvoorbeeld baan 3 of 4.

Schaduw: zet de kinderen weer twee bij twee en laat ze vrij rondlopen/rennen in de hal. Het ene kind speelt de schaduw van de ander en moet dus alle bewegingen nadoen/volgen.

Vossenjacht: een van de trainers of andere volwassenen is de vos en de kinderen moeten op jacht. Ze hebben allemaal een shuttle in de hand en moeten door te gooien de vos proberen te raken. De vos rent door de hele hal met een groep kinderen achter zich aan, ze vinden het prachtig.

Shuttle opruimen: Zet twee groepen kinderen aan verschillende kanten van het net. Gooi bij elke groep iets meer shuttles op de grond dan dat er kinderen zijn en laat ze de shuttles naar de andere kant gooien zodat hun eigen ½ baan schoon is. Geef ze een bepaalde tijd, dan zeg je stop en kijkt waar de meeste shuttles liggen/zijn. De groep van de minste shuttles heeft gewonnen.

Oefeningen met een racket

Eieren lopen: geef elk kind een racket en een shuttle, zet de shuttle omgekeerd op het racketblad en laat de kinderen lopen met het racket in de hand voor zich, met daarop de shuttle, zonder dat die omvalt.

Ballonnen: dit is een klassieker en de meeste kennen hem al.  

Laat de kinderen tegen een ballon slaan, zodat die niet op de grond komt

Zet twee kinderen samen en laat ze de ballon afpakken van elkaar met hun racket. Dus niet slaan, maar de ballon meevoeren met het racket en ervoor zorgen, dat de ander die niet kan afpakken (als ze gaan slaan kunnen ze elkaar raken)

Laat de kinderen proberen de ballon kapot te slaan.

Bind de ballon met een touwtje vast aan een van de benen van de kinderen, ze moeten nu proberen met hun racket de ballon aan te raken en een tikje te geven (iets doen met hun racket en tegelijk opletten, dat ze de voeten weg halen als de ander de ballon wil tikken)

Nu zonder racket: laat ze proberen de ballon bij elkaar kapot te trappen

Ook zonder racket: klem de ballon tussen twee kinderen in zonder dat ze hun handen mogen gebruiken moeten ze lopen zonder dat de ballon valt.

Doe hetzelfde, maar laat de kinderen nu rondom hun eigen as draaien.

Tafeltennis: Gebruik in plaats van een shuttle of ballon een tafeltennisballetje. De kinderen laten het balletje vallen en nadat het heeft gestuiterd proberen ze het te slaan, rennen er achteraan om het nog eens te proberen (het is voor kinderen heel moeilijk om iets vanuit hun hand weg te slaan maar nadat het balletje is gestuiterd is het veel eenvoudiger) 

Schuim tennisballen: Je kunt dezelfde oefening ook doen met de zachte schuim tennis ballen.

Opvangen: Bij onze trainingen zorgde ik er altijd voor dat ik een groep vrijwilligers had (ouders of oudere jeugdspelers) zodat ik met kleine groepjes kon werken, zoals groepjes van 2 of 3 kinderen met 1 begeleider. Zet de kinderen op een rij en laat de begeleider onderhands shuttles gooien naar de kinderen, die proberen de shuttle met hun racket te vangen, later kunnen ze proberen de shuttle terug te spelen onderhands door de vang beweging te maken en een klein tikje te geven dan hebben we de eerste onderhandse slag.

Bovenhands: Zelfde systeem als in 5, maar nu staan de kinderen klaar met hun racket omhoog, de begeleider probeert nu tegen het racketblad aan te gooien om de kinderen te stimuleren de shuttle terug te slaan.

Bovenhands met de eerste stap voorwaarts: De oefening is hetzelfde als in 5, maar nu gooit de begeleider de shuttle iets te kort (maar wel voldoende hoog), laat de kinderen met rechts een stap naar voren doen om de shuttle te raken.

Bovenhands met eerste stap naar achter: De oefening is hetzelfde als in 5 en 6, maar nu gooit de begeleider de shuttle iets voorbij de kinderen en laat je de kinderen met links een stap naar achter doen. Als ze de oefening een beetje gewend zijn, dan kan je gaan combineren tussen 5, 6 en 7 de ene keer te kort, dan te lang en dan op het racket. In het begin zullen de kinderen de shuttle moeilijk kunnen raken, maar als het lukt dan krijgen ze als beloning nog een shuttle toegegooid, voordat je naar het volgende kind gaat gooien.

Shuttle run: Je begeleider heeft een groepje kinderen naast hem staan en hij heeft een rijtje shuttles in zijn/haar hand. De begeleider slaat nu een shuttle weg en het eerste kind rent er achteraan om de shuttle verder te slaan of alleen maar op het racket te laten komen, ze neemt de shuttle mee en geeft die weer aan de begeleider. Als je eerst naar rechts slaat en dan naar links, dan kan je best wel met 5 kinderen zo'n oefening doen waar ze constant aan het rennen zijn achter de shuttle aan. Dus je hoeft niet te wachten tot de ene klaar is voor je de volgende laat starten.

Backhand service: De BH service is het meest eenvoudig om aan te leren bij kleine kinderen, laat ze de shuttle voor hun racketblad houden met links (ik heb het in dit stukje altijd over rechtshandige spelers) en met rechts houden ze hun racket vast met een duim grip. Eerst zullen ze een weggooi beweging maken met hun racket, maar al snel zullen ze de shuttle kunnen slaan. Lukt dat niet, dan zet je een rijtje shuttles op een zachte verhoging (springkussens bv) en laat de kinderen op heuphoogte tegen de shuttles slaan, met de BH service beweging.

Schiettent: Zet een rijtje lege plastic flessen op een verhoging, die minimaal de hoogte van het net heeft (155 cm). Teken met een stift een nummer op de fles, zodat ze doelen hebben om naar te schieten/serveren. Zo kunnen ze punten halen als ze een fles raken en als de omvalt.

Vossenjacht met BH service: Deze oefening is hetzelfde als die zonder shuttle en deze kan je doen als ze de BH service redelijk kunnen uitvoeren.

Dit zijn de eerste 24 oefeningen waar ik mee start. Er zijn er natuurlijk nog veel meer, maar het geeft je een goede indruk hoe je kunt beginnen met kleine kinderen. Ik doe deze training altijd zonder net, ik zet hooguit op een baan het net op voor enkele oefeningen. Het net is een gevaarlijk iets met deze kleine kinderen, ze rennen er onderdoor en blijven hangen aan oorbellen, of gewoon hun neus of strikken in hun haar, dat voorkom je door deze trainingen gewoon zonder net te doen. Veel plezier met onze nieuwe jonge talenten.

Ron Daniëls

Elite Trainer.

Van reisblog naar fotoboek
Laat een prachtig fotoboek afdrukken van je verhalen & foto's. Al vanaf € 21,95.
reisdrukker.nl