Badminton Nederland kan wel maar wil niet gered worden

12 november 2019 - Đắk Ya, Vietnam

Badminton Nederland kan wel maar wil niet gered worden

De afgelopen 2 a 3 decennium heeft BNL uitgeblonken door gebrek aan inspiratie, leiderschap, creativiteit en vooral door gebrek aan belangstelling voor de leden. Ik werd in 1966 lid van De Nederlandse Badminton Bond en heb mijn hele leven in badminton hallen doorgebracht, ik kan me niet herinneren dat ik ooit iets aan het lidmaatschap heb gehad. Niet als speler en helemaal niet als trainer, ik heb NOOIT iets interessants gelezen van bondscoaches of technisch directeuren. De enkele keer dat ik een vraag had aan het bondsbureau kreeg ik geen antwoord of kreeg ik iets te horen waar je helemaal niets mee kon. Dat ik dat onder(vind) is begrijpelijk maar het wordt een stuk minder begrijpelijk  als je op een aantal belanghebben met dubbele petten op na van niemand hoort dat ze BNL een goede organisatie vinden. Als trainer/coach heb ik een keer het lesmateriaal opgevraagd van SL 2 en 3, gewoon om eens te kijken wat er in stond. Het was zo slecht en achterhaald dat het bijna een klucht was om te lezen met als beste voorbeeld in het onderdeel “materiaal” Daar stond letterlijk dat er twee soorten snaren zijn voor de badminton rackets kunstmatige en darm snaren (deze werden gebruikt in houten rackets vroeger). Dat was te leuk om er niets mee te doen dus belde ik naar BNL (zei niet mijn eigen naam in de telefoon), ik vroeg of ze me konden helpen met het verkrijgen van deze darmsnaren een verder lief klinkend meisje vertelde me dat ze het verschil niet wist maar ze zou me doorverbinden met iemand die me er alles over kon vertellen. Nou dat alles was zeer weinig want ik werd doorverwezen naar de Yonex importeur in België die moesten wel in staat zijn deze snaren te leveren. Ik heb natuurlijk niet gebeld want darm snaren bestaan al zo’n 25 à 30 jaar niet meer in de badmintonWereld. Maar het staat nog wel in het lesmateriaal voor de trainers opleiding in Nederland. Op het bondsbureau werken mensen die niet veel hebben met onze sport, ze zullen best wel goede medewerkers zijn maar ik heb liever te maken met mensen die een passie hebben voor de sport en als je naar ze beld dat je voeld dat ze badminton ademen en er voor leven.

Als je op technisch gebied vragen heb als club of lid dan is er een plaats waar je NIET heen moet gaan en dat is BNL, er is geen kennis van enige betekenis en als er al kennis zou zijn dan word die niet gedeeld. De enkeling die het wel probeert te doen krijgt een onvoldoende omdat ze op vragen geen tevreden stellende antwoorden kunnen geven. Alle technische ontwikkeling komt van trainers die zelf in het buitenland deze kennis hebben opgezocht en wel bereid zijn deze gratis te delen. Christ de Rooij heeft daar een groot aandeel in met Badmintonline door trainers die bij BNL niet terecht konden een platform te geven voor kennisdeling. Niet alleen is er geen plaats voor deze trainers bij BNL ze worden zelf met zeer veel energie tegengewerkt en spelers wordt verboden met deze mensen te werken. Zo is er bij jeugdspelers en ouders een angstcultuur door de dreigementen van de technische staf richting de spelers en ouders. De Badminton sport groeit als nooit tevoren en spelers zijn bereid lange tijd in het buitenland te gaan trainen omdat er binnen de landsgrenzen geen kwaliteit te halen is. Het gaat alleen maar slecht met BNL omdat het een dood paard is waar aan getrokken wordt. Ik ben blij met elk verloren lid van de bond hoe meer clubs en daarmee leden zich terug trekken uit deze organisatie hoe sneller het is afgelopen en dan kunnen we echt gaan werken aan de belangen van onze sport.